Skip to content

Haal een stukje Frankrijk in huis!

Boekbespreking Meer dan een broer, David Diop

David Diop ontving voor dit boek de internationale Booker Prize 2021.

Door gastauteur Bettina Grissen van de blog Bettina Schrijft.


We vergeten wel eens dat in de Eerste Wereldoorlog niet alleen jongens en mannen uit Europa vochten, maar dat er uit alle koloniën ook mannen in de loopgraven te vinden waren. Voor Frankrijk waren soldaten uit Afrika gekomen; uit Algerije, Mali en Senegal.

Alfa Ndiaye is samen met zijn beste vriend en adoptiefbroer Mademba Diop uit een klein dorp in Senegal gekomen en nu zitten ze samen in de waanzin van een oorlog die niet de hunne is. Ze zijn op elkaar aangewezen en zijn de enigen die weten van hun dorp, hun ouders en hun eigen gebruiken.

Toen de moeder van Alfa wegging, was het Mademba die hem hielp over die eenzaamheid heen te komen en zo waren zij ‘meer dan broers’ geworden.

Er heerst een goedmoedig geplaag tussen hen, die een beetje voortkomt uit de oude rivaliteit van vroeger. Mademba was de studiebol, Alfa was degene met de lichamelijke kracht.

Als Mademba omkomt, doodgeschoten door een Duitse soldaat, wil Alfa wraak nemen. Hij wil de vijand die zijn ‘meer dan een broer’ van hem heeft weggenomen laten boeten. Elke keer als de aanval wordt ingezet, waagt hij zich tot dichtbij de loopgraaf van de vijand, om later terug te keren bij zijn eigen mensen met het geweer van een vijand, en een afgehakte hand.

De mannen in de loopgraaf begrijpen hem niet en Alfa begrijpt hen niet, niet in de laatste plaats omdat hij geen Frans spreekt en de enige blanke die vriendelijk tegen hem was, ook wordt neergeschoten. De Franse soldaten en de andere soldaten uit de koloniën vonden één hand nog grappig, twee handen nog een heldendaad, maar als Alfa elke avond met een hand terugkomt, worden ze bang voor hem.

Zoals Alfa opmerkt:

Ja, ik begreep, bij de waarheid Gods, dat ze op het slagveld alleen maar voorbijgaande krankzinnigheid willen. Krankzinnigen van woede, krankzinnigen van pijn, woeste krankzinnigen, maar tijdelijk. Geen voortdurend krankzinnigen. Zodra de aanval voorbij is, moet je je woede, je pijn en je razernij opzij zetten. Pijn wordt getolereerd, die kun je meebrengen, mits die hem voor jezelf houdt. Maar woede en razernij mag je niet meebrengen naar de loopgraaf.

Alfa wordt naar een inrichting achter de frontlinie gestuurd, maar zal hij hier genezen of een manier vinden om zijn ‘meer dan een broer’ voor altijd bij zich te houden?

David Diop is opgegroeid in Senegal, maar woont nu in Pau, in het zuiden van Frankrijk waar hij hoofd is van de universitaire letterkundige faculteit. Hij heeft een boek geschreven (zijn debuut) waarin hij niet alleen de vergeten soldaten eer betoont die in Europa vochten voor een land dat niet het hunne was en een oorlog waar zij niets mee te maken hadden, maar daarnaast ook een prachtig verhaal heeft geschreven, hoewel diep triest.

Zo wordt heel goed duidelijk dat de soldaten uit Afrika gebruikt worden door het leger, omdat deze exotische strijders extra angstaanjagend waren voor de vijand. Veel soldaten zullen zich eenzaam hebben gevoeld in de loopgraven, maar voor soldaten die zo ver van huis waren, omringd door een taal die ze vaak niet spraken en mensen die hun niet begrepen, moet die eenzaamheid nog veel drukkender zijn geweest. Als dan de enige man die jou kent, die jouw geschiedenis en achtergrond weet wegvalt, wat blijft er dan nog van jezelf over?

Het taalgebruik vond ik heel bijzonder. Bepaalde zinnetjes komen steeds terug, bijna hypnotiserend en lijken zowel op de zinnen die iemand steeds bij zichzelf herhaalt als hij probeert om zichzelf bij elkaar te houden, als op de steeds herhaalde formules in een verhaal dat mondeling verteld wordt, zoals veel verhalen in Afrika. Voor mij waren deze zinnen een extra laag in het verhaal.

Maar ook op andere momenten is het taalgebruik mooi en opvallend, ik heb bijvoorbeeld nog nooit het slagveld op deze manier beschreven gezien, zo mooi en tegelijkertijd zo dodelijk:

… een strijdperk waar geen plantje, geen struik meer groeit, alsof een heleboel ijzeren veldsprinkhanen er nachtenlang onophoudelijk hun honger hebben gestild. Een veld ingezaaid met eindelijk veel metalen korreltjes oorlogszaad waar niets uit groeit. Een slagveld vol kerven, bewerkt voor carnivoren.

Meer dan een broer is geen groot verhaal, maar juist daarom is het des te indrukwekkender. Ik hoop dat David Diop nog meer zal schrijven, want ik wil meer van hem lezen.

Originele Franse titel: Frère d’âme (2018)

Nederlandse vertaling : Martine Woudt

Je vindt Meer dan een broer hier