Dit boek vertelt het verhaal van Cédric, een 17-jarige jongen, die opgroeit in een dorp aan de Franse Westkust. De naderende examens luiden een unieke zomer in, waar surfen en jeugdig plezier centraal staan. Een zomer van vriendschap die bezegeld wordt, van liefde die ontluikt, van dromen die zich ontvouwen… maar ook van angsten en twijfels die bezworen worden. De lichtheid van deze eindejaarszomer wordt verstoord door Michael, de nieuwe vriend van moeder. Hij legt een schaduw over de zorgeloosheid van het jongvolwassen leven aan de oceaan. Een schaduw die een diepe duisternis aankondigt.
Ondertussen is er bij Cédric, naast het surfen, een nieuwe passie die bloeit: een passie voor filosofie. Cédric ontmoet de beroemdste denkers en hun verhalen. Er ontstaat een innige band met dit vak. Een band die hem de ogen opent en scherp bewust maakt van alles wat rond hem gebeurt, en de keuzes die zich opdringen. Een band ook met een dubbel gezicht: waar het hem houvast biedt in deze woelige tijden, doet het hem evenzeer wankelen. Maar in elk geval een band die nooit meer stuk gaat.
