De Franse schrijver Guy de Maupassant (1850-1893) schreef in een tijdspanne van tien jaar honderden ‘contes’; korte verhalen en novellen die hij in een tiental bundels verzamelde. De verhalen variëren van beschrijvingen van belevenissen van prostituees, verhalen over de oorlog van 1870, dorpsverhalen met sluwe, gierige boeren in de hoofdrol en dagelijkse beslommeringen in de kleine burgerij. Maar hij schreef ook macabere en angstaanjagende verhalen die de lezer in verwarring achterlaten.
Dit tweede deel bevat de beste verhalen van De Maupassant uit de periode 1881 tot 1882.
Guy de Maupassant (1850-1893) groeide op in Normandië. Hij was een leerling en vriend van Gustave Flaubert. Hij schreef talloze artikelen, honderden korte verhalen en zes romans, waarvan Bel-Ami de bekendste werd. Met het succes dat hij daaraan ontleende kon hij zijn decadente levensstijl bekostigen. Van lange duur is zijn voorspoed helaas niet geweest: De Maupassant leed aan syfilis en stierf op 43-jarige leeftijd in een kliniek, na opname vanwege een zelfmoordpoging.