Halverwege zijn levensweg schildert André Gide, 1869-1951, een zelfportret, Si le grain ne meurt, nu vertaald als De graankorrel. Het is een portret van de schrijver als jongeman, dat eindigt op zijn vijfentwintigste, bij de verloving met zijn nichtje Madeleine, kort na de dood van zijn moeder.
Het sympathieke van dit zelfportret is de genadeloze eerlijkheid: als iemand Gide zou willen afmaken vindt hij er alle argumenten door Gide zelf aangedragen. Al op de eerste bladzijde meldt hij dat hij zich als jongen onder het tafelkleed met het zoontje van de conciërge overgeeft aan ‘kwalijke gewoonten’. Hij beseft terdege dat hij zichzelf door zijn openhartigheid kan schaden: ‘Ik voel nu al hoe het tegen me gebruikt zal worden. Maar mijn verhaal heeft alleen zin als het waarheidsgetrouw is.’
Zo beschrijft hij zichzelf in zijn vroegste jeugdjaren als een eenzelvig, bozig, overgevoelig, nerveus jongetje dat niet begrijpt wat er van hem verwacht wordt. Verschillende keren heeft hij het over zijn larvenstadium en het donker waarin zijn jeugdjaren gehuld waren.
Het licht in deze duisternis wordt gebracht door zijn twee jaar oudere nichtje Madeleine Rondeaux, de oudste dochter van een broer van zijn moeder. ‘Pas door een onverhoedse onthulling van een onvermoede wereld werden mij de ogen plotseling geopend, zoals bij de blindgeborene als hij door de Verlosser wordt aangeraakt.’ Dertien is hij wanneer hij haar verrast in haar verdriet om het overspel van haar moeder; hij stroomt vol erbarmen en liefde voor haar: de zuivere, de lieve. Hij voelt dat hij zijn leven lang al zijn liefde wil geven om haar te troosten. Voortaan zijn al zijn gedachten, alles wat hij leest aan Madeleine gewijd.
Zijn eerste boek, Les Cahiers d’André Walter (1891), was bedoeld om haar over te halen met hem te trouwen. Met Si le grain ne meurt geeft hij haar als het ware zijn leven in woorden tot aan hun verbintenis, tot hun verloving, waarmee het boek eindigt. Zo bezien is Si le grain ne meurt een tocht van het donker naar het licht, een verhaal van bevrijding en verlossing.