Cossery’s personages beheersen in hoge mate de kunst van het nietsdoen en slaan het schouwtoneel van het dagelijks leven geamuseerd en afstandelijk gade. De slaap is een staat van genade, verder is er nutteloos bedrijf, nietsontziende wreedheid en hartverscheurende domheid. Wie verstandig is zal zich aan het gewoel onttrekken en zich onderdompelen in weldadige rust. In De luiaards in de vruchtbare vallei heeft Rafiek dat het best door, zijn nietsdoen is een bewuste keuze. ‘De menselijke domheid was onmetelijk. Waarom maakten ze zich toch zo druk, eeuwig prikkelbaar en ontevreden, terwijl de enige waarheid juist gelegen was in een onverschillige, passieve houding? Het was toch zo eenvoudig. Dat kon de eerste de beste bedelaar nog begrijpen!’
Albert Cossery (1913-2008) schreef in het Frans, maar dacht in het Arabisch. Hij heeft zichzelf altijd nadrukkelijk beschouwd als een Egyptisch schrijver. Hij heeft nooit een Frans paspoort willen aanvragen. Zijn stijl wordt gekenmerkt door de spanning tussen de compacte syntaxis en de rake adjectieven van de verhalende passages afgewisseld met levendige dialogen. Cossery is altijd zeer kritisch geweest op zijn eigen zinnen: ieder woord doet ertoe.
Uit het Frans vertaald en van een nawoord voorzien door Mirjam de Veth