De verteller en Marie, zijn grillige en onberekenbare geliefde, zijn enige maanden geleden in Tokio uit elkaar gegaan. Toch roept ze hem op een gloeiend hete zomernacht in Parijs te hulp als haar nieuwe minnaar in haar flat aan een hartinfarct lijkt te bezwijken.
De waarheid omtrent Marie, de nieuwe roman van Jean-Philippe Toussaint, valt in drie delen uiteen: tegen de achtergrond van een hittegolf in Parijs, noodweer op het vliegveld Narita in Japan en een verwoestende brand op het eiland Elba, zal in terugblik en voor de toekomst blijken dat er aan de liefde van de verteller en Marie geen definitief einde is gekomen: ‘Toen begreep ik dat we misschien nooit zo verbonden waren geweest als sinds we uit elkaar waren gegaan,’ merkt de hoofdpersoon op. Naast de verteller, Marie en haar gedoemde minnaar voert Toussaint nog een ander personage op: een Arabische volbloed, die minstens net zo onberekenbaar is als Marie, wat op het vliegveld Narita een hallucinerende episode oplevert.
Met zijn oog voor details en de absurditeit van menselijk handelen en situaties vertelt Jean-Philippe Toussaint het verhaal van een liefde die zich niet laat ontkennen: ‘Ik wist hoe Marie reageerde, Marie kende ik bij intuïtie, over haar had ik een aangeboren kennis, een ingeboren weten, een totaal begrip: ik kende de waarheid omtrent Marie.’