politieke roman
Vertrekpunt van deze roman is een ‘gebeurtenis’ op 17 oktober 1961 in Parijs. Op die regenachtige dag wordt Abdel Ozouf tijdens ‘n vreedzame, zij het verboden, demonstratie door beide benen geschoten. Daarop wordt deze Frans-Algerijnse voormalige politicologie-student in de Seine geworpen, zoals er meerderen die dag (en de dagen erop) in die rivier zouden belanden.Gaandeweg ontmoet Abdel Ozouf een aantal al even fictieve slachtoffers van die vermaledijde dinsdag, personages die banden met reëel bestaande personen onderhielden. Pas na tegen Tayeb opgebotst te zijn leert Abdel op zekere afstand te communiceren, als eerste met de oude horlogemaker Ferhat Abbas, naar zeggen een oom van de beroemde gelijknamige Algerijnse politicus…
Onderlinge gesprekken, vertellingen, opgehaalde herinneringen én Abdel’s overpeinzingen binnen dit flottielje slachtoffers maken de allerlaatste reis tot louterende gebeurtenis. Het drietal geslaagde, en een aantal nog onbesliste revoluties in het Arabische werelddeel, maken dit boek tot must voor het westen en het oosten, beiden belast met zowel een besmet verleden als een besmet heden.