Vijf fragmenten uit het leven van een man. Een mooie man, getrouwd met een model.
Hij zou een fantastisch leven kunnen leiden, theoretisch gezien. Maar in de praktijk loopt het behoorlijk anders.
Het wringt bij tijden behoorlijk tussen moeder en zoon. Sinds de vader definitief uit het zicht is verdwenen, de vertellende zoon was toen nog maar 11, heeft de moeder zich nukkig aan hem vastgeklampt, zonder overigens haar amoureuze escapades te temperen. Hij ontwikkelt een geraffineerd talent om het toeval dramatisch naar zijn hand te zetten en zijn moeder, al is het ten koste van eigen relaties, trouwhartig door het hossebossende bestaan te loodsen. Tot zijn dochter van 18 op drift raakt en hij beseft klem te zitten tussen twee eigenzinnige vrouwen. In vijf episodes, met sprongen van ongeveer tien jaar, voltrekt zich de cirkelgang. Murw van alle heisa is hij uiteindelijk weer het kleine jongetje dat troost zoekt bij de moederschoot. De kracht van de roman schuilt in de leemtes tussen de beschreven belevenissen. De schrijver (1949) suggereert een onderstroom van haat en geweld, die hier en daar wel tot uitbarsting komt, maar doorgaans toch verhuld en onderdrukt voortwoekert. Vrij kleine druk.