Kruistocht

Frankrijk, 1212. Wanneer een knappe jongeman op een witte schimmel haar dorpje aandoet, is Georgette als betoverd. Niet alleen de jongen, maar ook de menigte van duizenden kinderen die hem volgt, hebben een onwaarschijnlijke aantrekkingskracht op haar. Voor Robert van 14 is de komst van de mysterieuze jongen op zijn schimmel een uitvlucht uit zijn bestaan. Als rechterhand van de abt van Blois is zijn leven beklemmend en uitzichtsloos. En net als bij Georgette heeft de jongen een invloed op hem die maakt dat hij wel móet volgen. Robert en Georgette zijn twee van de duizenden kinderen die dwars door Frankrijk trekken, richting de Middellandse Zee en het Beloofde Land. Het is een zware tocht, want ziekte en honger liggen op de loer. En dan, eindelijk, na alle ontberingen, komen ze aan in Marseille.