1940 is het meest dramatische jaar in de geschiedenis van de Europese literatuur. Hitler overrompelt Frankrijk. In Nice luistert Heinrich Mann tijdens een bomalarm naar Radio London. Anna Seghers ontvlucht Parijs te voet met haar kinderen. Lion Feuchtwanger wordt gevangengezet in een Frans interneringskamp. Op zoek naar een ontsnappingsmogelijk heid belanden ze ten slotte allemaal in Marseille. Maar ook daar zijn ze niet veilig voor de Gestapo. Ondertussen reist de Amerikaanse journalist Varian Fry in opdracht van onder andere Eleanor Roosevelt naar Marseille om met geld en valse paspoorten zoveel mogelijk joodse schrijvers en kunstenaars te redden.
In Marseille overhandigt Walter Benjamin zijn laatste essay aan Hannah Arendt voor dat hij aan zijn vlucht over de Pyreneeën begint. Hier kruisen de paden van vervolgden, spionnen, agenten en foute ‘diplomaten’, en hier riskeren Varian Fry en zijn moedige hel pers, onder wie ook Lisa Fittko, lijf en leden om de vervolgden het land uit te smokkelen.
Meeslepend, met veel nieuwe details en verrassende inzichten vertelt Uwe Wittstock over onbegrijpelijke moed en de grootste wanhoop, over onbuigzame hoop, ontsnapping uit levensgevaar en menselijkheid in donkere tijden.
Uwe Wittstock (1955, Leipzig) is literair criticus en schrijver. Tot 2018 was hij redacteur van weekblad Focus, waarvoor hij nu columnist is. Voordien werkte hij als literair redacteur bij de Frankfurter Allgemeine Zeitung, als redacteur bij uitgeverij S. Fischer en als hoofd van de kunstsectie en cultuurcorrespondent bij Die Welt. In 1989 ontving hij de Theodor Wolffprijs voor Journalistiek.