Dit boek is het resultaat van een vakantie in Frankrijk. Met hun moeder huurde de eeneiige tweeling Marije en Merel Wessels (Amsterdam, 1988) net na hun zeventiende verjaardag een huisje in de Dordogne. ‘s Nachts konden ze vaak van de broeierige hitte niet slapen, waarna ze hun notitieblok te voorschijn haalden en bij het licht van hun bedlampjes om de beurt een zin schreven. Intuitief wisten ze van elkaar welke wending een verhaal zou nemen. Tegen de ochtend hadden ze de tekst meestal af. Het leverde een opvallend volwassen debuut op met krachtige, humoristische en voor een deel erotische verhalen. Schijnbaar zonder moeite schrijven ze geloofwaardig vanuit het perspectief van een 35-jarige vrouw; net zo gemakkelijk kruipen ze in de huid van een jongen van dertien.