De schrijver Jean Daragane probeert een pijnlijke gebeurtenis uit zijn verleden te vergeten. Maar als het adresboekje dat hij is kwijtgeraakt door twee louche figuren wordt teruggevonden, wordt hij overvallen door herinneringen aan de jaren vijftig, toen het huis van zijn pleegmoeder door de politie in de gaten werd gehouden.
Deze roman van een van Frankrijks meest gelezen en bekroonde auteurs (de prestigieuze oeuvreprijs Prix Mondial 2010, Nobelprijs voor de Literatuur in 2014) heeft ook weer de bekende suggestieve stijl en hoofdthema’s als weemoed en desolaatheid tot onderwerp. De gedesillusioneerde en teruggetrokken levende schrijver Jean Daragane wordt op een dag gebeld dat zijn adresboek is teruggevonden. De man die het gevonden heeft, lijkt een louche figuur die een ongezonde interesse heeft voor een bepaald persoon uit het adresboek. Ook over Daragane zelf schijnt hij veel te weten en overhandigt hem een dossier met pasfoto’s van hemzelf als kind. Het hele zaakje roept beetje bij beetje herinneringen bij Daragane op aan zijn jeugd in de jaren vijftig, waarin verwaarlozende ouders, een pleegmoeder die door de politie werd gezocht en een labyrintisch Parijs dat nog niet een lege, gerenoveerde museumstad was, de hoofdrol spelen. Het semi-autobiografische thema van jeugdverwaarlozing, en de spanning erin houdende onverwacht opborrelende herinneringen eraan, vormen de hoofdmoot.
J. Hodenius