Hoe te leven
De vierde soloroman van de auteur (1957) die eerder drie boeken samen met Martin Bril schreef. Ook hier blijkt zijn achtergrond als filosoof, belichamen zijn personages denkbeelden en is zijn leidmotief ‘Hoe te leven?’. Het is iets gecompliceerder dan zijn vorige werk. Hoofdpersoon Orville zit in een soort midlife-crisis en poogt ‘te ontsnappen aan het Chagrijn’. Hij nodigt acht goede vrienden (en hun zeven kinderen) op zijn Franse landhuis uit, die op achtereenvolgende dagen op zo origineel mogelijke wijze hun visie op dit gegeven moeten presenteren. De kinderen vinden een geheimzinnige schat op de bodem van een meertje. Een van de kinderen verdrinkt bijna en wordt gered door Legba. Deze Legba, een stokoude man, is alom in het boek aanwezig en heeft het vermogen zich te transformeren in dieren, dingen of andere mensen.
Jaap Goedgebuure wist het in HP raak te typeren: ‘Een hoog gehalte aan authentieke spiritualiteit die zweeft zonder echt zweverig te worden.’