Door Bettina Grissen van bettinaschrijft.blogspot.com.
Een kleine jongen, Stan, vindt een fossiel en is verkocht, vanaf dat moment is hij verkocht, zijn hele leven zal in het teken staan van botten en fossielen.
De steen spleet onmiddellijk open, alsof hij alleen maar zogenaamd uit een stuk bestond. Vanuit het binnenste keek mijn trilobiet me recht aan, even verbaasd als ik. Hij was driehonderd miljoen jaar oud, en ik zes.
We maken vervolgens een sprong in de tijd, naar 1954. De kleine jongen is al een oudere man, professor in de paleontologie aan de universiteit van Parijs. Hij is nu echter naar de bergen gekomen, want hij heeft een missie. Hij zoekt een draak.
Via via heeft hij vernomen dat er in de Alpen tussen Italie en Frankrijk een grot is, met een compleet skelet van een dinosauriër. Iemand heeft in zijn jeugd bij toeval dat ding gezien en met zijn beschrijving heeft Stan na veel naspeuringen een idee waar hij moet gaan zoeken. Het is zijn laatste kans op succes, om eindelijk de erkenning te krijgen die hij zou willen en hij neemt de gok. Met een oude vriend Umberto en diens assistent Peter en de berggids Gio gaan ze in de lente op weg.
Hoog op de gletsjers moeten ze zoeken naar de ingang van de grot, maar dit gaat niet gemakkelijk. Het is een hard en zwaar bestaan, in hun tentjes met afmattend gehak in de berg. Als ze uiteindelijk een grot (de grot?) vinden, is het al ver in de herfst en veel tijd is er dan niet meer. Want als de winter komt, moeten ze weer beneden zijn omdat ze op de berg geen overlevingskansen hebben.
Met man en macht proberen ze om de ingang van de grot vrij te maken, terwijl de omstandigheden steeds barrer worden. Deze obsessie moet natuurlijk wel mis lopen en na een tragedie gaan de anderen terug naar beneden, terwijl Stan nog een paar dagen wil blijven om toch nog een laatste poging te wagen de grot in te komen.
Honderd miljoen jaar en een dag is een bijzonder boek. Ik kende de schrijver niet, maar ik ben heel blij dat ik hem heb ontdekt, want dit boek is fantastisch! Ik begon eigenlijk zonder verwachtingen aan dit boek, hoopte alleen dat het mooi zou zijn. Ik kreeg echter een boek dat me vanaf de eerste zin pakte, dat me meenam en me hardop deed lachen en waarbij ik soms de tranen van ontroering niet tegen kon houden.
De stukken in de bergen worden afgewisseld met de herinneringen van Stan aan zijn jeugd. Aan zijn tirannieke vader met zijn losse handen, zijn mooie moeder die niet tegen dat alles was opgewassen en overleed toen Stan nog maar negen jaar oud was. Een stille, verlegen jongen die geen aansluiting had bij de dorpsjongens, omdat hij fossielen verzamelde en niet kon voetballen. Zijn vader minachtte hem omdat hij zijn zoon een verwijfde zwakkeling vond. De enige vriend die Stan had was de herdershond Pepijn, maar daar maakte vader al snel een einde aan.
Heel zijn leven heeft Stan geprobeerd om te laten zien aan zijn vader dat hij wel iets waard was en voor zijn moeder wilde hij de laatste dromen waarmaken die ze voor hem had gehad. Heel mooi komen sommige dingen steeds terug.
De schrijfstijl is geweldig, met mooie zinnen vol droge terzijdes en observaties vol humor. Tegelijkertijd zijn de jeugdherinneringen schrijnend en ontroerend. Wat ik zo bijzonder vind is dat de toon verandert naarmate de ontberingen groter worden. De zinnen worden dan bijna hypnotiserend in hun beschrijvingen van de sneeuw en de moeite die het kost om het ijs bij de grot weg te hakken en de olie die ze uiteindelijk maar in brand steken om de sneeuw en het ijs te smelten. In de beschrijving van de laatste weken verandert dit nogmaals en lijkt het alsof de zinnen de stilte en de eenzaamheid weergeven door de manier waarop ze worden gevormd.
De natuur en de berg worden bijna personages met een eigen karakter. Stan kent ze persoonlijk en voelt ze aan en de beschrijvingen hiervan zijn zo beeldend dat je het voor je ziet.
De gletsjer die aan de overkant het erosiedal afsluit, ons uiteindelijke doel, glinstert in de ondergaande zon. Gio begint al langs een reeks terrassen aan de afdaling. Peter volgt hem, Umberto geeft me met al zijn hangwangen een knikje en volgt hen op de voet. Ik blijf ontroerd staan. Ik zag net een adelaar langsvliegen. Ik moest omlaag kijken om hem te zien.
Op het einde blijft het ongewisse of Stan zijn missie heeft kunnen volbrengen en zijn ‘draak’ heeft gevonden of niet, maar dat maakt het juist ontzettend mooi.
Honderd miljoen jaar en een dag is een pareltje en dit komt absoluut in mijn top boeken van 2023 terecht. Dit is het tweede boek van Jean-Baptiste Andrea, maar gelukkig heb ik zijn eerste boek ook hier liggen. Voor Mijn koningin moet je wat moeite doen om het te pakken te krijgen, want het is uitverkocht, maar ik ben heel benieuwd of ik zijn eerste boek net zo mooi zal vinden als Honderd miljoen jaar en een dag, want dat is voor zo’n klein boek overweldigend goed.
Oorspronkelijke Franse titel: Cent millions d’annees et un jour (2019)
Nederlandse vertaling: Gertrud Maes en Martine Woudt
Je kunt Honderd miljoen jaar en een dag hier bestellen