Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles.
Recensent Ger Leppers.
Indringend verhaal over identiteit.
In 2014 debuteerde Édouard Louis overrompelend met Weg met Eddy Bellegueule, het beklemmende relaas van zijn jeugd in het verarmde, troosteloze Noord-Franse dorp Hallencourt, waar zijn homoseksualiteit stuitte op een soms gewelddadige afwijzing.
Zijn meeste latere boeken, die in gezwind tempo volgden, overlapten die eersteling ten dele. Dat bleek evenwel nooit een bezwaar: steeds wierpen zij vanuit een andere invalshoek nieuw licht op Louis’ thematiek. Die was op het eerste oog beperkt: een ongelukkige jeugd als onbegrepen homoseksueel, door hard werk afgestompte ouders met een alcoholprobleem, een rook- en een televisieverslaving, en zijn vlucht daaruit. Het bleek voor Louis echter een onuitputtelijke bron van analyses en onderzoek van zichzelf en de maatschappij. “Als je minder macht hebt, ben je veel kwetsbaarder voor de politiek. Toen ik een jaar of 13 was, creëerde de regering een subsidie waardoor arme mensen naar de tandarts konden. Mijn vader ging toen voor het eerst van zijn leven naar de tandarts. Voor ons maakte de politiek dus het verschil tussen wel of geen kiespijn, tussen wel of geen honger. Maar voor mensen uit de overheersende klasse, les dominants, bestaat de politiek nauwelijks. Zij zijn vergeten wat het (sic) betekent,” vertrouwde hij deze krant bijna vijf jaar geleden toe in een interview met Sander Becker.
Terugblikkend op zijn niet zo lange, maar bewogen leven stelt Louis in zijn nieuwe roman vast dat verandering daarin de belangrijkste constante factor is geweest. Eerst was er de verandering die hij beschreef in ‘Weg met Eddy Bellegueule’: die van een jongen uit een milieu waar de vinkjes van Joris Luyendijk uiterst dun gezaaid zijn, en die er, ondanks heel veel soms wanhopige goede wil, niet in slaagt zich aan te passen aan het uitzichtloze leven in een wegkwijnend Noord-Frans dorp. “Opgegroeid in een wereld die alles afwees wat ik was” besluit hij definitief te vertrekken. Hij onderneemt wat bijna niemand uit zijn omgeving waagde: de sprong naar de middelgrote stad Amiens.
Op school raakt hij intens bevriend met Elena, uit een burgerlijk maar ruimdenkend gezin. Zij en haar ouders nemen Louis’ eerste transformatie voortvarend ter hand: hij leert tafelmanieren en gaat mee naar goede films en tentoonstellingen. De volledige make-over heeft ook betrekking op zijn kleding, voeding, zijn manier van bewegen en spreken. Want alles deed hij verkeerd, naar de normen van de burgerij…. Édouard Louis zoog het allemaal, hunkerend naar ruimere horizonten, in zich op, niet als een passieve spons, is men geneigd te zeggen, maar als een gretige stofzuiger. Hij was zeer intelligent, leergierig en gevoelig.
Als Édouard op een dag een lezing bezoekt van de homoseksuele schrijver Didier Eribon, een gevierd man in Parijse intellectuele kringen, ontdekt hij in hem een geestverwant. Eribon heeft zich aan zijn jeugd in de provinciestad Reims ontworsteld. Louis schraapt zijn moed bij elkaar en spreekt de schrijver aan na afloop van de lezing.
Zij sluiten vriendschap – het begin van de volgende etappe op Louis’ levensweg. Hij vervreemdt geleidelijk van het milieu in Amiens dat eerst voor hem een bevrijding had betekend, en wil alleen nog maar naar Parijs. Want ook als het om geestelijke ontwikkeling gaat is het gras bij de buurman altijd groener.
In Parijs gaat Louis in de weekeinds op zoek naar mannen en cultuur, en vat het voornemen op het toelatingsexamen af te leggen van de bijzonder prestigieuze École nationale supérieure. Opnieuw gaat alles op de schop: Eribon ontpopt zich als Louis’ eigen professor Higgins, hij leert hem welke boeken hij moet lezen (vooral werk van de usual suspects van dat milieu, zoals Beauvoir, Sartre, Derrida en Duras). Genereuze, behulpzame mannen leiden Louis binnen in de wereld van de kunst, hij wordt meegenomen naar de beste restaurants, naar de opera, en slaapt bij en met hen in weelderige appartementen en villa’s.
“Sommige mensen leggen uit dat ze zijn veranderd door het contact met andere soorten lichamen en individuen dan die ze in het eerste deel van hun leven hebben gekend, door zich de houdingen van die nieuwe lichamen en individuen eigen te maken, vaak op een vage manier. Bij mij ging het niet zo. Ik wilde alles veranderen, en ik wilde dat alles tijdens mijn veranderingsproces het resultaat was van een besluit. Ik wilde dat niets meer buiten mijn wil gebeurde,” schrijft Louis.
Maar het bijzondere van dit boek is dat het, in een diepere laag, juist de emotionele nood goed voelbaar maakt die aan de verandering ten grondslag ligt. Zelfs zijn naam zal de schrijver laten veranderen. Uiteindelijk leiden al die kameleontische aanpassingen er echter toe dat hij zich ook in Parijs nooit helemaal op zijn plaats voelt. “Toen ik voor het eerst in Parijs aankwam, schaamde ik mij voor mijn verleden. Daarom trok ik een pak met een stropdas aan, want ik wilde verbergen wat ik was geweest. Nu schaam ik me er juist voor dat ik me toen schaamde,” zei de schrijver al tijdens het eerder genoemde interview. Het wezen van zijn identiteit is, realiseert Louis zich, de verandering ervan door middel van een vlucht naar voren.
Veranderen: methode heeft voor een gedeelte de vorm van brieven aan twee mensen die Édouard Louis heeft verlaten: zijn vader en Elena. Voor hen was Louis’ vertrek een vorm van verraad, aan hen en aan de waarden die zij hem probeerden mee te geven. Tegenover zijn vader was het bovendien een vorm van wraak – maar het was wraak, realiseert de schrijver zich achteraf, op een in zijn milieu vastgeroeste onschuldige.
In Veranderen: methode heeft Édouard Louis opnieuw indringend geschreven over identiteit, waarbij hij aan een hoogstpersoonlijke, ingewikkelde problematiek een universele allure weet te geven. Dankzij zijn afkomst uit een dubbele marge: die van een verpauperd milieu en zijn positie daarin als homoseksueel, is hij een feilloos waarnemer, die met trefzekere pen sociale verschillen en hun betekenis fileert. Édouard Louis is een van de boeiendste stemmen in de Franstalige literatuur van nu. En, al klinkt het wat paradoxaal, ondanks – of nee: juist door – alle veranderingen waaraan hij zichzelf onderwerpt en die hij haarfijn doorgrondt, één van de meest eigene.